zondag 25 november 2018

Peter Knijnenburg – bloembolglazen


Terugblik tentoonstelling “Ode aan de verzamelaar!”
Wat kan glas toch ontzettend mooi zijn! Als je de kamer van Peter en Lenie Knijnenburg binnenkomt, sta je gelijk oog in oog met twee vitrinekasten vol glas. In allerlei kleuren, maten en vormen schitteren de bloembolglazen je tegemoet.



Voor wie niet uit de Bollenstreek komt en het fenomeen ‘bloembollenglas’ niet kent: het zijn glazen die aan de bovenkant zo gevormd zijn dat er een bloembol in past.
In het onderste deel wordt water gedaan zodat de bloembol wortels vormt en gaat bloeien. Ze zijn er in verschillende maten: voor sneeuwklokjes, krokussen, hyacinten, amaryllissen en tulpen. Het bloembollenglas stamt al uit de tijd van Marie Antoinette en is bedoeld als siervoorwerp. Er zijn talloze glasfabrieken in de wereld die zich ermee bezighielden en houden. In Nederland zijn dat o.a. Glasfabriek Leerdam en de Kristalunie Maastricht.

Peter vertelt met bezieling over de collectie die hij en zijn vrouw bezitten. De eerste glazen die hij kocht waren eigenlijk bedoeld voor de buurvrouw. Zij had op haar verlanglijstje gezet: bloembolglazen. Toen Peter ze thuis nog eens goed bekeek was hij gelijk verkocht! Hij vond ze prachtig en heeft ze zelf gehouden. De buurvrouw kon naar haar cadeautje fluiten.


Een gedeelte van de collectie staat in de kamer, verdeeld over twee vitrinekasten, waar ze een wisselcollectie neerzetten. De ene keer worden ze op kleur gesorteerd, dan weer op grootte, dan weer op herkomst.


Tussen januari en maart staat de vensterbank vol met glazen, met daarin uiteraard de bloembollen. Hier gebruiken ze B-glazen voor. Dit zijn glazen die ze dubbel hebben, of die niet zo heel mooi zijn. Boven staan nog veel meer bloembolglazen. Peter belicht enkele glazen en laat zien dat ze licht geven. Dat komt omdat er aan het zand dat voor deze glazen gebruikt is, uranium toegevoegd werd. Tegenwoordig is dat niet meer toegestaan. De collectie bloembolglazen is enorm en bevat meer dan 500 glazen uit alle delen van de wereld.



Op de vraag waarom Peter deze verzameling is begonnen zegt hij gelijk: “herkenning”. De familie Knijnenburg had sinds 1900 een gemengd bedrijf in Wassenaar. Later hielden ze zich ook bezig met de bloembollenexport, dat duurde tot eind jaren ’60. Daar kwam Peter in aanraking met de bloembolglazen, maar voor hem was het destijds gewoon handel. Pas toen hij in 1999 die vazen voor de buurvrouw in handen had zag hij de schoonheid ervan in en werd hij overvallen door een gevoel van nostalgie. Dit was het begin van een collectie die zich nog steeds uitbreidt. Inmiddels hebben zijn vrouw en hij veel kennis opgedaan over de herkomst, de merken, de kleuren, de vormen. Deze kennis hebben ze mede opgedaan door de Bloembollenglazenclub waar ze beiden lid van zijn. Op rommelmarkten en niet te vergeten uit inboedels van bejaardenhuizen weten ze vaak pareltjes op te duiken. Dan is hun dag weer goed.



Is er nog een glas dat ze zoeken en waarmee de collectie compleet wordt? Het antwoord hierop luidt: “Het laatste glas heb je nooit!”

Tekst: Janneke Wagenaar & foto’s: Ans Geerlings