Het begon ooit met de pop van tante Rie. Toen Marianne samen met haar broertje Guus bij oma van Bedaf was (s’oma, op zijn Brabants), mochten ze samen met de pop van tante spelen. De pop was 30 jaar oud, had al die jaren overleefd maar dankzij de trekkracht van Marianne en haar broertje heeft de pop toen het loodje gelegd. Alleen de foto’s zijn er nog….
De combinatie van de liefde voor oma en voor het feit dat ze daar zo graag was, met het gevoel van spijt dat de pop toen kapot is gegaan vormde de basis voor de verzameling die ze veel later is begonnen. De eerste pop kocht Marianne toen ze in Schotland was. Het was een oud popje met een onderkinnetje, en ze was er op slag verliefd op.
Dat kenmerkt haar verzameling: niet zozeer de waarde maar het gevoel dat ze voor de pop heeft geeft de doorslag om een pop aan te schaffen. Ze heeft er ook een paar gekregen, waaronder een Käthe Krusepop. Marianne valt op de gezichtjes en ze vindt het een meerwaarde als er met de pop gespeeld is, dan is er van gehouden. Ze hoeven niet perfect te zijn, de geschiedenis erachter is belangrijker. Ze vindt het heerlijk om ze opnieuw in stijl aan te kleden, heeft voor dat doel ook dozen met oude poppenkleertjes. Als het nodig is krijgt een pop ook een nieuwe pruik. En, belangrijk detail: ze krijgen ook allemaal een onderbroekje aan! Onder het motto “mijn poppen, mijn keuze” koestert ze haar verzameling.
Droste Blikken
Of de verzameling Drosteblikken ook uit een gevoel van nostalgie is ontstaan, weet Marianne niet zeker. Waarschijnlijk wel: was er vroeger niet in elk huishouden een Drosteblik? Met de bekende verpleegster erop? Van dit overbekende blik komt ook de uitdrukking: het Droste-effect. Want de verpleegster houdt een dienblad vast met daarop een Drosteblik, waarop weer een verpleegster staat… etc!
De verzameling is overweldigend, bestaat uit Drosteblikken uit allerlei landen. Voor Amerika werden andere blikken gemaakt dan voor Frankrijk of Engeland, maar allemaal werden ze in Nederland gemaakt. Er is zelfs een ‘oorlogsblik’, dat in de oorlogstijd, toen er geen materiaal te krijgen was werd gemaakt uit restanten blikken. Dit blik heeft als enige een andere functie nl. als beschuitblik en is rond.
Jamin-servies
Veel later, toen Marianne van haar moeder het servies erfde dat vroeger bij oma stond, sloeg de verzamelwoede toe. Oma had maar een gedeelte van het servies, en Marianne is toen op rommelmarkten, veilingen en Marktplaats op zoek gegaan om het servies compleet te maken. Eén onderdeel lukt helaas niet: de eierdopjes. Maar uiteraard blijft ze daar naar zoeken en ze hoopt dat op een dag de eierdopjes het servies compleet maken.