Zeven september 1959: die datum staat in het geheugen gegrift van Theo Broekhof. Die dag was het kermis in Noordwijkerhout. Zijn tweelingbroer en hij waren 7 jaar en ze zouden op 30 september 8 worden. Die 7e september mochten zij van hun moeder in de speelgoedwinkel van Van der Niet ridders uitzoeken. Die ridders stonden in een vitrinekast ergens achterin de winkel, en hij was er letterlijk en figuurlijk door gegrepen. Vijf exemplaren kreeg hij, en in de jaren daarna heeft hij er, samen met zijn broer, eindeloos mee gespeeld. Eén van de ridders, op een paard gezeten, leek zelfs op zijn vader! “Mam, mogen we takken halen?” Die vraag stelde broer Jan geregeld aan hun moeder. Dan gingen ze naar het bosje bij de begraafplaats en namen wat takjes mee naar huis die op de grond op een krant werden neergelegd. Dit verbeeldde een bos, waar de broertjes met hun ridders hele veldslagen naspeelden. Na al die jaren heeft Theo nog altijd zijn ridderverzameling, en die koestert hij.
In het arbeidersgezin Broekhof was moeder degene die haar interesse in geschiedenis op haar kinderen overbracht. Niet dat er thuis veel te lezen was, maar achterop de Katholieke Geïllustreerde stonden geregeld afbeeldingen die de fantasie prikkelden: een portret van Maurits, van Willem van Oranje… Eén keer per jaar ging het gezin uit, en dan gingen ze naar de Lakenhal in Leiden waar de jongens zich vergaapten aan harnassen.
De school was een straf voor Theo, maar Vaderlandse Geschiedenis vond hij geweldig. Hij smulde met name van de verhalen over ridders, Noormannen en de Romeinen. De afbeeldingen in het geschiedenisboek, zoals van Wodan, kan hij zich nog haarscherp voor de geest halen.
Dit alles vormde de kiem voor zijn grote passie: de Romeinse tijd. Als Theo gaat vertellen, en dat doet hij graag, gaan zijn ogen stralen. Hij is gegrepen door die geschiedenis, weet alles van Keizers, Senatoren, veldslagen en gebieden die ver- en heroverd werden. Zijn bibliotheek is immens, en nog steeds verschijnen er tot zijn grote vreugde nieuwe titels over dit onderwerp.
Ooit kwam zijn oudste broer Jan met een muntje uit de Romeinse tijd thuis, en daar wilde Theo uiteraard alles van weten. Dit was het begin van een muntenverzameling, en dan met name van het Romeinse Keizerrijk. Wat hij vooral geweldig vindt is dat die munten de historische gebeurtenissen, waar hij zo in is geïnteresseerd, verbeelden.
Als Theo ooit eerder geleefd heeft, weet hij zeker dat dit als legionair of galeislaaf zou zijn geweest.
Tekst: Janneke Wagenaar & foto’s: Ans Geerlings